DOWNLOADEN
BRONNEN
TXGL-101 | |||||
Model | Lengte (mm) | Breedte (mm) | Hoogte (mm) | ⌀(mm) | Gewicht (kg) |
101 | 400 | 400 | 800 | 60-76 | 7.7 |
1. Algemene principes
(1) Om een tuinlamp met een redelijke lichtverdeling te kiezen, moet het type lichtverdeling van de lamp worden bepaald op basis van de functie en de ruimtelijke vorm van de verlichtingsplaats.
(2) Kies voor tuinverlichting met een hoog rendement. Mits aan de eisen voor verblindingsbescherming wordt voor verlichting die alleen de visuele functie vervult, geadviseerd om lampen met directe lichtverdeling en open lampen te gebruiken.
(3) Kies voor tuinverlichting die eenvoudig te installeren en onderhouden is en lage bedrijfskosten heeft.
(4) Op bijzondere plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, alsook stof, vochtigheid, trillingen en corrosie, enz., moeten lampen worden geselecteerd die voldoen aan de omgevingseisen.
(5) Wanneer onderdelen met een hoge temperatuur, zoals het oppervlak van tuinverlichting en lampaccessoires, zich dicht bij brandbare materialen bevinden, moeten brandwerende maatregelen worden genomen, zoals warmte-isolatie en warmteafvoer.
(6) Tuinverlichting moet over volledige foto-elektrische parameters beschikken en de prestaties ervan moeten voldoen aan de relevante bepalingen van de huidige 'Algemene vereisten en tests voor armaturen' en andere normen.
(7) Het uiterlijk van tuinverlichting moet worden afgestemd op de omgeving van de installatieplaats.
(8) Houd rekening met de kenmerken van de lichtbron en de eisen aan de decoratie van het gebouw.
(9) Er is niet veel verschil tussen tuinverlichting en straatverlichting, voornamelijk het verschil in hoogte, materiaaldikte en esthetiek. Het materiaal van straatverlichting is dikker en hoger, en tuinverlichting ziet er mooier uit.
2. Buitenverlichting plaatsen
(1) Voor verlichting aan hoge palen moeten axiaal symmetrische lichtverdelingslampen worden gebruikt en de installatiehoogte van de lampen moet groter zijn dan de helft van de straal van het verlichte gebied.
(2) Tuinverlichting moet de lichtstroom in het bovenste halfrond effectief regelen.
3. Landschapsverlichting
(1) Op voorwaarde dat aan de eisen inzake verblindingsgrens en lichtverdeling wordt voldaan, mag de efficiëntie van schijnwerperarmaturen niet minder dan 60% bedragen.
(2) De beschermingsgraad van buitenverlichtingsarmaturen voor in de tuin mag niet lager zijn dan IP55, de beschermingsgraad van ondergrondse lampen mag niet lager zijn dan IP67 en de beschermingsgraad van lampen die in water worden gebruikt, mag niet lager zijn dan IP68.
(3) Voor contourverlichting moeten LED-tuinlampen of lampen met enkelvoudige fluorescentielampen worden gebruikt.
(4) Voor interne lichttransmissie moeten LED-tuinlampen of lampen met smalle fluorescentielampen worden gebruikt.
4. Beschermingsniveau van lampen en lantaarns
Afhankelijk van de gebruiksomgeving van de lamp kunt u een keuze maken volgens de IEC-voorschriften.